In 1926 tekende Carel Willink (1900-1983) een portret van zijn Duitse studievriend Herbert Behrens-Hangeler (1898-1981). Hij legde zijn vriend vast in houtskool en wit krijt. Vooral het hoofd van de geportretteerde is met veel precisie vastgelegd, de schouders en het bovenlijf zijn met slechts enkel
...e contouren weergegeven, zoals Willink ook bij andere portrettekeningen had gedaan.
Willink en Behrens-Hangeler hadden elkaar begin jaren 1920 ontmoet in Berlijn aan de internationale Volkshochschule, als leerlingen van professor Hans Baluschek (1870-1935). Ze trokken veel met elkaar op en dompelden zich onder in alles wat de bruisende stad op artistiek gebied te bieden had. Ze bezochten tentoonstellingen, lezingen en films en gingen samen op pad om schetsen te maken, bijvoorbeeld van de sculpturen van het Neues Palais in Potsdam. In 1922 werd Willink – in navolging van zijn vriend – lid van de expressionistische kunstenaarsgroep Novembergruppe. Ook maakte hij rond deze tijd decorontwerpen voor twee expressionistische toneelstukken die Behrens-Hangeler had geschreven.
Toen Willink in 1924 terugkeerde naar Amsterdam, bleven de twee nog regelmatig met elkaar corresponderen. In 1927 maakten ze zelfs nog een reis door Frankrijk en de Pyreneeën, samen met Willinks eerste vrouw Mies van der Meulen (1900-1988). Jaren later zou Willink memoreren dat Behrens-Hangeler een van de weinige échte vrienden was die hij in zijn leven had gekend.In 1926 tekende Carel Willink (1900-1983) een portret van zijn Duitse studievriend Herbert Behrens-Hangeler (1898-1981). Hij legde zijn vriend vast in houtskool en wit krijt. Vooral het hoofd van de geportretteerde is met veel precisie vastgelegd, de schouders en het bovenlijf zijn met slechts enkele contouren weergegeven, zoals Willink ook bij andere portrettekeningen had gedaan.
Willink en Behrens-Hangeler hadden elkaar begin jaren 1920 ontmoet in Berlijn aan de internationale Volkshochschule, als leerlingen van professor Hans Baluschek (1870-1935). Ze trokken veel met elkaar op en dompelden zich onder in alles wat de bruisende stad op artistiek gebied te bieden had. Ze bezochten tentoonstellingen, lezingen en films en gingen samen op pad om schetsen te maken, bijvoorbeeld van de sculpturen van het Neues Palais in Potsdam. In 1922 werd Willink – in navolging van zijn vriend – lid van de expressionistische kunstenaarsgroep Novembergruppe. Ook maakte hij rond deze tijd decorontwerpen voor twee expressionistische toneelstukken die Behrens-Hangeler had geschreven.
Toen Willink in 1924 terugkeerde naar Amsterdam, bleven de twee nog regelmatig met elkaar corresponderen. In 1927 maakten ze zelfs nog een reis door Frankrijk en de Pyreneeën, samen met Willinks eerste vrouw Mies van der Meulen (1900-1988). Jaren later zou Willink memoreren dat Behrens-Hangeler een van de weinige échte vrienden was die hij in zijn leven had gekend.
Dit werk is auteursrechtelijk beschermd. Je hebt toestemming nodig van de maker of diens erfgenaam om het te downloaden, bewerken, kopiëren of publiceren.