Nu in ons prentenkabinet
In 1960 streek de Nederlandse tekenaar Kees Stoop (1929-2019) neer in het Overijsselse dorp Holten, waar hij tot aan zijn dood bleef wonen. Hij legde er zijn naaste omgeving vast, voornamelijk met conté-krijt, droge naald en in etsen. De stijl waarin hij dat deed, varieert van schetsmatig tot uiterst precies. Kees Stoop Stichting schonk Museum MORE zeventien werken uit de artistieke nalatenschap van de kunstenaar, waarvan er in ons wisselkabinet in de collectiepresentatie een selectie wordt getoond.
En als u kijkt, dan hoop ik dat u niet de werkelijkheid ziet van boom of geit, maar die van mij - die van de tekening.
- Kees Stoop
Ingetogen schoonheid
Met een scherp oog voor detail gaf Stoop van dichtbij de structuur van een dicht struikgewas of een bakstenen muur weer. Of hij nam afstand en tekende een weiland vol wuivend gras, met een bomenrij aan de hoge horizon. Vergankelijkheid komt tot uitdrukking in intieme etsen en tekeningen van uitgebloeide bloemen en vogelskeletten. Stoop richtte zijn blik echter ook op de voortdurende, ingetogen schoonheid van houtwallen, heggen en lommerrijke tuinen. In dat getekende universum komen mensen niet of nauwelijks voor. Kees Stoop is bij het grote publiek nauwelijks bekend geworden, omdat hij publiciteit vermeed, werkte in zelfgekozen afzondering en zelden exposeerde. Zijn grote kunstenaarschap is door kenners wel erkend. Zo bezit het Rijksmuseum in Amsterdam bijna 200 tekeningen en etsen van zijn hand.
Verstilling
In de jaren '70 maakte Kees Stoop grote, uiterst gedetailleerde en zorgvuldig uitgewerkte tekeningen van interieurs of binnenplaatsen. Ze zijn compositorisch streng, bijna abstract opgebouwd, in horizontalen en verticalen. Door de afwezigheid van levende wezens overheerst er steeds een verstilde, serene stemming. Vaak geeft Stoop zijn tekeningen een eenvoudig verhalend karakter: een half openstaande deur doet vermoeden dat er zojuist iemand naar buiten is gelopen en de paspop voor het venster lijkt een belichaming te zijn van een vrouw die naar een parklandschap kijkt
Het kunstwerk is wat het is.
In het algemeen was Stoop wars van diepzinnige interpretaties van zijn werk. Er bestond voor hem geen betekenis buiten het werk zelf: 'Het kunstwerk is wat het is'. Of het nu een abstracte vorm heeft of een precieze weergave van de werkelijkheid is, het doet er niet toe wat er is voorgesteld. Voor hem draaide alles uitsluitend om vorm en compositie.