Ga terug

Carel Willink

Zelfportret met schedel, 1936

Binnen het oeuvre van Carel Willink (1900-1983) vormen portretten een belangrijk thema. In de interbellumjaren waren dit vooral portretten van vrienden en familie, vanaf 1941 ook betaalde opdrachten. Daarnaast koos de kunstenaar zichzelf regelmatig als onderwerp. Het zelfportret was bij uitstek het ... genre waarin Willink kon oefenen met zijn schildertechniek. Vanaf midden jaren 1920 ging de kunstenaar steeds realistischer schilderen. Dit kwam naar eigen zeggen voort uit een behoefte schilderijen te maken die de tand des tijds zouden overleven. Met schildershandboeken zoals Max Doerners Malmaterial und seine Verwendung im Bilde (1921) – waarvan Willink in 1932 een exemplaar kreeg van zijn vrouw Wilma – probeerde Willink in deze jaren zijn techniek steeds verder te perfectioneren. Dit zelfportret uit 1936 is een spel van licht en donker. Willink daagt zichzelf hier uit om zo naturalistisch mogelijk te schilderijen, zoals de door hem bewonderde schilders uit de zeventiende eeuw en daarvoor ook hadden gedaan. De kunstenaar liet expres een vouw in zijn das zitten: juist door dergelijke ‘imperfecties’ bracht hij zijn gevoel voor stofuitdrukking optimaal tot uiting. In het oog springend is de schedel die hij vasthoudt, een eeuwenoud symbool voor de vergankelijkheid. Het attribuut sluit aan bij Willinks pessimistische blik op het leven en zijn bezorgdheid over de politieke en maatschappelijke ontwikkelingen van de tijd.
Lees verder Toon minder
Kunstenaar
Carel Willink
Titel
Zelfportret met schedel
Jaar
1936
Techniek
Olieverf op doek
Afmetingen
71.5 x 58 cm (h x b)
Soort object
Schilderij
Auteursrecht
© Pictoright/Sylvia Willink

Meer van Carel Willink